11.6.2 Doorschakelen
Wanneer een gebruiker een oproepdoorschakeling op een bureautelefoon configureert, wordt deze instelling gesynchroniseerd naar het platform en is deze van toepassing op alle inkomende oproepen en apparaten van de gebruiker.
Een doorschakeling wordt toegepast op alle apparaten (inclusief bureautelefoons, mobiele telefoons en softphones in apps) van de gebruiker en heeft voorrang op alle andere Reach-configuraties. De doorschakeling kan worden uitgeschakeld op de bureautelefoon, in Operator, in de Desktop client of in de Reach app.
Op dit moment wordt de Doorschakelen-functie alleen ondersteund op Yealink-desktop-telefoons. Ondersteuning voor andere telefoonmerken zal op een later tijdstip worden geïmplementeerd.
Het configureren van een oproepdoorschakeling op een Yealink-bureautelefoon kan afhankelijk zijn van het Yealink-model. Bij de meeste Yealink-modellen kan Oproepdoorschakeling worden ingeschakeld in de Menu-optie onder Functies en biedt drie opties, Altijd doorschakelen (= Onvoorwaardelijk doorschakelen), Bezet doorschakelen en Geen antwoord doorschakelen. Als je een oproepdoorschakeling inschakelt op de bureautelefoon, wordt deze gesynchroniseerd met het platform om een doorschakeling in Reach mogelijk te maken.
Om de DND-functie op een Yealink-desktop-telefoon te laten werken, moet de configuratie van de telefoon worden bijgewerkt. Zie 11.6.3 De bureautelefoons (CPE's) provisioneren voor informatie over het bijwerken van de configuratie van de desktop-telefoon.